woensdag 3 mei 2017

Eindopdracht Beeldende Vorming: Boetseer en schilder je eigen huisdier

Ik heb een boetseer-/schilderopdracht gekozen voor mijn stagegroep 1/2. Ik heb gekozen voor deze opdracht omdat de kinderen hier veel van leren zowel qua creativiteit, als manier om gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en ook om de (fijne) motoriek te stimuleren. Dieren en speciaal huisdieren sluiten verder aan bij de belevingswereld van kinderen.

De opdracht is: Boetseer en schilder je huisdier waarop duidelijk te zien is dat het jouw huisdier is met zijn/haar specifieke kenmerken. Qua techniek van schilderen maak je gebruik van mengkleuren.
Het beeldend probleem hierbij is om de kenmerkende aspecten van jouw huisdier te vatten in een beeld. Het technisch probleem is dat het een beeld moet worden waarbij het soort dier duidelijk naar voren komt. Daarnaast wordt het mengen van verf als techniek gebruikt.
Door het gebruik van de twee technieken boetseren en verven splits ik de les in twee aparte lessen.

In de receptieve fase introduceer ik het onderwerp met twee foto’s van schilderijen met een huisdier en een foto van ons eigen huisdier, Pluk. Ook laat ik stukjes uit films over dieren zien. Ik ga met de kinderen in gesprek over kenmerkende aspecten van de huisdieren op de schilderijen, de foto en in de films. Ik noem daarbij het uiterlijk van de dieren, specifieke kenmerken als staarten en oren. Ook heb ik aandacht voor de kleuren van de dieren en de uitstraling van de dieren. Het is de bedoeling om juist een schilderij te maken hoe de kinderen hun eigen huisdier zien, beleven, wat de meeste indruk maakt. Het hoeft/mag dus niet waarheidsgetrouw te zijn.
Door de schilderijen te laten zien geef ik aan dat kunst niet iets abstracts is maar gaat over mensen/dieren zoals hun eigen huisdieren en dat beelden iets laten zien dat door iedereen verschillend beleefd kan worden.
Ik vraag aan de kinderen (via de ouders) om een foto mee te nemen van hun eigen huisdier. Voor de kinderen zonder foto heb ik foto’s van dieren in de schoolomgeving zoals de eenden in de sloot achter de school en platen van dieren uit bekende prentenboeken.
Aan de hand van hun eigen foto gaan de kinderen kijken wat kenmerkend is aan hun eigen huisdier. Hierbij leer ik de kinderen op een speelse manier nadenken over beeldaspecten als kleuren en vormen.

Voorafgaand aan de eerste les van de productiefase vertel ik de kinderen over de techniek boetseren. Alhoewel de kinderen eerder hebben geboetseerd is het goed om hier expliciet aandacht aan te besteden. In een volgende les besteed ik expliciet aandacht aan de techniek van schilderen en dan met name het mengen van verf.
In de productiefase gaan de kinderen aan de slag met hun beeld. De werkprocessen die ik hierbij heb gehanteerd zijn een combinatie van het ambachtelijke proces van boetseren en het schilderen en ook het proces van ontwerpen. Hoe laat je nu een bepaalde uitdrukking zien? Hoe geef ik de specifieke kenmerken van het huisdier vorm? Ik observeer en ondersteun door steeds te vragen naar de kenmerkende aspecten van hun eigen huisdier.

Aan het eind van de les reflecteer ik met de kinderen door te vragen over wat ze precies gemaakt hebben. Wat laat hun beeld zien dat bijzonder is voor hun huisdier? Ik hoop hun hiermee geprikkeld te hebben om niet alleen de best gelijkende beeld te maken maar juist hun eigen beleving en hun eigen creativiteit te volgen. Om deze reden heb ik ook gekozen om iedereen een beeld te laten maken van zijn/haar eigen huisdier zodat geen sprake zal zijn van vergelijken en wie de beste is. Daarnaast hoop ik de kinderen uitgedaagd te hebben om anders, met meer focus naar beelden te kijken.
Ik sluit de les af door de beelden te presenteren aan elkaar. Dit bevordert de veiligheid van de kinderen. Het is ten slotte hun eigen huisdier!

In onderstaande matrix heb ik mijn eigen les beoordeeld. De mogelijkheden en daarbij de theorie zal ik een volgende les uitgebreider toepassen. Omdat het deze les de kleuters betreft heb ik me beperkt tot enkele aspecten van alle mogelijkheden die Beeldende Vorming betreft. Met oudere kinderen kan je meer ingaan op de beelden en wat de kunstenaar met deze beelden wil zeggen en de relatie met de context. Ook qua beeldmateriaal heb ik me nu beperkt. Afhankelijk van hoe deze les verloopt zal ik een volgende les meer beeldmateriaal toepassen en daarmee een nog rijkere les creëren.

zaterdag 15 april 2017

Les 8: Krabbelen tot zichtbare werkelijkheid en de zone van de naaste ontwikkeling

De laatste les Beeldende Vorming betrof Beeldend Vermogen en daarbij lag de nadruk op de techniek tekenen.


Fases Beeldend Vermogen
Beeldend Vermogen heeft 3 fases waarbij de eerste fase de krabbelfase is waarbij kinderen van gemiddeld 2 tot 4 jaar hun allereerste pogingen doen om iets op papier te zetten. Deze fase heeft meer met bewegen op papier te maken, dan met echt iets concreets weergeven. Zodra het kind echter de beweging begint te controleren ontstaan cirkels en stippen. Kinderen ontwikkelen in deze fase hun motorisch handelen en de eerste ontwikkeling van de beeldaspecten kleur (bijvoorbeeld het gebruik van verschillende kleuren) en vorm (zoals lijngebruik) worden zichtbaar.

De tweede fase is de fase van het schematische stadium. Kinderen van gemiddeld 4 tot 10 jaar ontwikkelen symbolen voor het weergeven van dingen die uit zijn omgeving komen of die belangrijk voor hem zijn (gecodeerde werkelijkheid). Vaak zijn dat mensen (pappa of mamma), maar ook wel objecten (auto of huis). Deze symbolen hebben vaak herkenbare kenmerken. Een hoofd met benen (koppoter) bijvoorbeeld, als beeld van de mens. Een hoofd is meestal een cirkel met ogen erin en later ook een mond. De kop van een dier is hetzelfde, alleen aan de manier waarop het lichaam getekend wordt kun je zien dat het om een dier gaat.  Opvallend is dat elk voorwerp, op welke plek dan ook, er ongeveer hetzelfde uitziet. Bijvoorbeeld een huis bestaat vaak uit een driehoekje boven een vierkantje, met daarin een deurtje en een raam.  Om ruimte weer te geven worden voorwerpen voor elkaar geplaatst. Daarnaast is er sprake van doorzichtigheid (mensen zijn door de muur van een huis te zien) en omklapping (voorwerpen die haaks op elkaar staan, zijn naast elkaar getekend). De tekeningen worden steeds complexer en verhalender. Ook wordt het aantal voorwerpen wat weergegeven wordt steeds uitgebreider. Uiteindelijk komt er ook afsnijding voor en het ontwikkelen van patronen.

Fase 2 bestaat uit fase 2a waarbij kinderen van gemiddeld 4 tot 8 jaar voorwerpen steeds op dezelfde manier tekenen. Onderstaand enkele voorbeelden van kindertekeningen van deze fase.
In fase 2b gaan kinderen van gemiddeld 8 tot 10 jaar differentiëren en ook (meer) gaan ordenen en combineren (ook weer onderstaand enkele voorbeelden).


Fase 3 is de fase van de zichtbare werkelijkheid (het Realistische stadium) die voor kinderen van gemiddeld 10 tot 15 jaar geldt. Lichaamsverhoudingen worden beter, kleurgebruik wordt realistischer en bewuster ingezet. De grondlijn trekt naar het midden op zodat er een soort grondvlak ontstaat, dat iets ruimtelijker werken mogelijk maakt.  Tegelijkertijd krijgen kinderen de behoefte zich te conformeren aan de groep, aan muzikale- of sporthelden, aan jongerenculturen en aan andere groep gebonden iconografie. Dit heeft grote invloed op wat er getekend wordt en ook op de manier waarop en werkt clichévorming in de hand. De behoefte om in de smaak te vallen bij klasgenoten, kan onzeker maken. Daarom is er vaak een voorkeur voor veilige tekeningen met patronen, gemaakt met behulp van een passer en liniaal. Onderstaand twee voorbeelden van kindertekeningen uit deze fase.

Kenmerken meerdere fases in een en dezelfde tekening
Onderstaande tekening met de Paashaas licht ik specifiek toe omdat deze tekening kenmerken van meerdere fases bevat. De Paashaastekening is gemaakt door een kind van groep 3 (6/7 jaar). We zien hierin aspecten van fase 2a zoals de typische manier van tekenen door een kind van een Paashaas, het groene gras en een huis met de bekende kinderlijke vormen. Ook zien we kenmerken van fase 2b zoals het combineren van meerdere voorwerpen op een doordachte manier in de ruimte waarbij sprake is van een ondergrond (het gras) en van een bovenkant (de lucht met de zon). Onderaan deze blogpost vertel ik hoe het komt dat steeds vaker deze fases van het Beeldend Vermogen in kindertekeningen door elkaar lopen.
Onderstaande tekening van deze Paashaas hebben we bewerkt in ThingLink waarbij we in de tekening hebben aangegeven de opvallende kenmerken van genoemde fases bij deze tekening.




Beeldend probleem
Onderdeel van de opdracht was om bij een tekening, in ons geval deze Paashaas, een beeldend probleem te bedenken waarbij wordt aangesloten op het beeldend vermogen. De opdracht mag niet een tekenopdracht zijn, maar een andere opdracht die dat wel stimuleert.
Wij willen proberen dat het kind die de tekening heeft gemaakt meer gaat werken met het beeldaspect horizon. Hij tekent het belangrijkste figuur, de Paashaas, al wel groot en heeft verschillende andere dingen (zoals een auto) als detail toegevoegd, maar deze is niet op de juiste grootte. Door spelenderwijs met een camera te spelen willen we kinderen inzicht geven in grootte als iemand verder naar achteren gaat staan. Wat zie je als iemand naar achteren verschuift? Verandert iemand als hij verder naar achteren staat?
Het uiteindelijke beeldend probleem zal zijn: Probeer een kind en een auto samen op een foto te krijgen, waarbij het kind groter moet lijken dan de auto.

Zoals eerder genoemd is mij verder bijgebleven van de ontwikkeling van het Beeldend Vermogen dat de laatste jaren bovengenoemde fases door elkaar zijn gaan lopen. In tekeningen van kinderen kan je bijvoorbeeld zowel aspecten van fase 2a als 2b en soms ook nog van fase 1 zien. Dit wordt verklaard doordat op de basisschool minder aandacht wordt besteed aan tekenen als vak. Hierbij sluit aan dat kinderen van (gemiddeld) groep 6 (10/11 jaar) tekenen steeds minder leuk vinden. Dit komt omdat kinderen het liefst zo perfect mogelijk iets willen tekenen. En in groep 6 beginnen ze hierbij hun grens te bereiken. De uitdaging voor mij als leerkracht is dan de zone van de naaste ontwikkeling. Ik kan met de kinderen fotograferen (dat is echt de werkelijkheid) en onderzoeken wat je met zwartwit kan doen. Of ik ga met de kinderen het effect onderzoeken van een beeld (een klasgenoot?) dat in de verte staat. Op deze manier kan ik als leerkracht de kinderen een stap verder brengen en het plezier in Beeldende Vorming weer teruggeven.

vrijdag 7 april 2017

Boetseren van Lara Croft, de 7e les Beeldende Vorming

Deze les gingen we boetseren. De opdracht was een proportioneel mensfiguur in een zelfgekozen houding te boetseren vanuit één stuk chamotte-klei. De les startte met de receptieve fase waarbij sprake is van een inspirerende opening die aansluit bij de belevingswereld van je doelgroep en voor ons is dat de leerling van de basisschool. We kregen verschillende beelden van mensfiguren, van het mensfiguur van Leonardo Da Vinci tot aan Lara Croft als Tomb Raider.



Na de receptieve fase volgt de productieve fase waar je aan de slag gaat. Voordat je aan de slag kunt moet je natuurlijk wel bekend zijn met de betreffende techniek en in dit geval dus boetseren. We kregen een korte introductie in boetseren, in de te gebruiken materialen en ook kregen we enkele richtlijnen bij de opdracht zoals de verhoudingen van een mensfiguur. Bij deze productieve fase begeleidde de docent ons vooral bij het maken van een mensfiguur met de juiste verhoudingen zoals dat het onderlichaam even lang is als het bovenlichaam, dat het hoofd 7 à 8 keer in het hele lichaam past, dat de schouders twee keer zo breed zijn als het hoofd etc. Dit valt allemaal nog niet mee om vanuit een stuk te boetseren en dat jouw figuur tijdens dat boetseren ook niet gaat breken.
De meesten van ons waaronder ikzelf zijn niet toegekomen aan textuur waarbij je bijvoorbeeld met een tandenborstel jouw beeld kan verfijnen.
Tijdens de reflectieve fase hebben we elkaars beeld beoordeeld aan de hand van onderstaande matrix.

Mijn doel was om mijn mensfiguur een expressieve houding te geven alsof het de hele wereld moest dragen; een gebogen hoofd, afzakkende schouders met armen loshangend langs het lichaam eindigend in een half liggende houding met de handen steunend op de grond. De pet heb ik gekozen om het gebogen hoofd te accentueren. Ik heb verder gekozen voor de bruine kleur klei omdat deze past bij de houding en het gevoel dat deze figuur moet uitstralen. Ter visualisering heb ik van de verschillende fases van de wording van de figuur meerdere foto’s gemaakt.
Achteraf gezien had het beeld iets voller gemogen waardoor het meer 3D zou zijn. Het gegeven dat de klei wat brokkelt op sommige punten doet verder iets af aan het boetseren vanuit een stuk klei. Al met al vind ik de vorm van een mensfiguur geslaagd. De verhoudingen, zoals bovenstaand besproken, kloppen behoorlijk. De expressie vind ik redelijk gelukt. De foto’s van de diverse stadia vind ik een toegevoegde waarde. Aan textuur ben ik, jammer genoeg, niet meer toegekomen. Mede hierdoor beoordeel ik dan ook mijn eigen mensfiguur met 6 punten.

Al met al was het weer een mooi voorbeeld om vanuit een beeldend probleem een sterke creatieve les nu zelf uit te voeren om later met mijn kinderen uit te voeren.

vrijdag 31 maart 2017

Een beeld bespreken met kleuters

In de klas hebben we als oefening het beeld besproken van Ivan Albright uit 1929: Into the world there came a soul called Ida. We hebben vragen besproken en beantwoord als ‘Wat kun je vertellen over de voorstelling?’, ‘Kun je je erin inleven?’, ‘Sluit de vormgeving aan op de inhoud?’, ‘Kun je het plaatsen in een bredere context?' Ook hebben we de periode van het beeld besproken: het modernisme. Het beeld klopt niet helemaal met de werkelijkheid en tegelijk zijn alle aspecten van het beeld wel te herkennen. Ook zie je in het beeld onderdelen terug van de klassieke kunst zoals het stilleven van de tafel. Ook de houding van de persoon lijkt op de poses van (koninklijke) figuren uit de klassieke schilderkunst.
Deze vragen en bijbehorende antwoorden zeggen iets over je eigen beeldbesef. ‘In welke fase zit ik qua beeldbeschouwing?’ Als leerkracht is het mijn taak om met die kinderen een beeld te gaan beschouwen. Kleuters zijn aparte kinderen. Ze zijn nog niet bezig met bijvoorbeeld het plaatsen van een beeld in historisch perspectief. Kleuters associëren (over het algemeen) een beeld nog met zichzelf. Ze worden getriggerd door het beeld en gaan vervolgens vertellen over iets uit hun eigen belevingswereld. Dit noemen we de associatieve fase. Als beeld voor de kleuters hebben we dan ook voor een ander beeld gekozen en wel Rio 2. In dit vervolg van Rio ontdekken Blu en Jewel dat ze niet de enige overgebleven blauwe ara’s zijn en gaan ze op zoek naar de familie van Jewel. In onderstaand beeld hebben we de volgende vragen gesteld aan kleuters op basis van categoriale indeling van vragen. Ook hebben we de antwoorden vermeld die wij verwachten van de kleuters. Als je over de afbeelding beweegt verschijnen de vragen. Startvraag: ‘Wat zie je hier?’ Wij verwachten dat de kinderen vertellen over Blu en Jewel (In de les konden we ons de namen van de twee hoofdpersonen niet goed herinneren!). Dit zijn karakters die zij kennen. De meeste kleuters hebben Rio 1 en 2 wel gezien. Onderzoekende vragen om de kinderen goed te laten kijken naar het beeld zijn onder meer: ‘Waar zijn Blu en Jewel?’, ‘Welke kleuren zie je?’ en ‘Wat heeft Blu aan en om zijn lichaam hangen?’. We denken/hopen dat de kinderen dan kleuren herkennen en de setting van het beeld beter bekijken. Dat ze zien dat de karakters blauw zijn en dat de setting een tak is waar ze op zitten met op de achtergrond een rivier. Met de analyse vragen willen we dan met de kinderen ingaan op wat het beeld wil zeggen, wat het beeld uitspreekt. Voorbeelden van vragen zijn dan ook: ‘Waarom heeft Blu een verrekijker om?’, ‘Waar leven papegaaien/blauwe ara’s?’ en ‘Waarom heeft Jewel niets aan?’ We denken/hopen dat dat kinderen antwoorden dat de verrekijker bedoeld is om de weg te zoeken en dat ze al pratenderwijs er zelf achter komen dat Blu in de mensenwereld is opgegroeid en dat Jewel een blauwe ara is die in het wild is opgegroeid en dus gewend is om geen kleding te dragen. En dat ze verder antwoorden dat Blu en Jewel op zoek zijn. Vervolgens hebben we de speculatieve vragen om de kinderen uit te dagen na te denken verder dan het beeld. ‘Waar gaat de rivier heen?’ We hopen en denken dat de kinderen antwoorden in de trant van de zoektocht naar familie. Als concluderende vraag hebben we gevraagd: ‘Hoe loopt deze film af?’ Hierbij denken we dat de kinderen zullen reageren dat alles goed afloopt en dat Jewel haar familie vindt.

vrijdag 24 maart 2017

Een modernistische selfie en het abstraheren van emoties

Ter inspiratie kregen we het schilderij Wenende vrouw van Picasso te zien. Picasso is een exponent van de stroming kubisme binnen de kunstperiode van het modernisme. Picasso heeft de emotie van de vrouw perfect uitgewerkt door de emotie of expressie van ‘het wenen’ via abstractie expliciet te maken. ‘Waarom een natuurgetrouw beeld schilderen als je ook een foto kunt maken?’, aldus Picasso die dan ook koos voor abstraheren en hierin zo ver doorging dat het oorspronkelijke beeld niet of nauwelijks meer herkenbaar was.




Dit was ook mijn uitdaging bij de opdracht ‘fotografeer jezelf met een overdreven expressieve gezichtsuitdrukking tegen een neutrale achtergrond’. Deze opdracht heb ik ingevuld door een selfie te maken met een ‘kwellende’ uitdrukking, een schreeuw, pijn. Via het programma fotoshop heb ik mijzelf geselecteerd en uit de omgeving gehaald zodat de nadruk nog meer op mijn gezichtsuitdrukking en de emotie komt te liggen. Ik ben verder gaan experimenteren met de beeldaspecten vorm en kleur. Door in het beeld te werken met zwart en wit komt de expressie nog meer naar voren. Alle andere kleuren leiden, vind ik, bij een expressie van kwelling alleen maar af.

Als laatste heb ik met lagen gewerkt. Ik heb de bewerkte selfie gemixt met de oorspronkelijke selfie. In de hoek van de foto rechtsboven zie je bijvoorbeeld licht van de oorspronkelijke selfie. Dit versterkt het effect van de emotie. Zeker als je ook weet dat de selfie ‘er achter zit’. Dit voelt voor mij als een ‘verdubbeling’ van de emotie.



Al met al vind ik het een geslaagde bewerking waarbij het oorspronkelijke beeld nagenoeg verdwenen is en tot een abstractie is geworden die nog explicieter de emotie van kwelling weergeeft.


Door problemen met de I-pad tijdens de les is het mij helaas niet gelukt de bewerkte selfie vanuit fotoshop direct op dit blog te plaatsen. Ik heb een foto moeten maken van de bewerkte selfie in fotoshop en die heb ik onderstaand geplaatst. Door deze extra ‘slag’ is de emotie helaas iets minder expressief geworden.

Het 'zien' van beelden

Om goed te kunnen zien, te horen, te voelen, heb je kennis nodig. Je gaat pas smaken onderscheiden, muziek begrijpen, van beelden genieten als je ook bepaalde kennis hebt over de verschillende aspecten van muziek, kunst in alle vormen en maten.


Om als leerkracht goed les te kunnen geven, heb je behalve van rekenen en taal en pedagogiek ook kennis nodig van muziek, drama en in dit geval van Beeldende Vorming.

Ik heb onderstaand beeld van de film ‘Finding Nemo’ geanalyseerd op de verschillende beeldaspecten zoals licht, ruimte, lijn, vorm, kleur, compositie en textuur. 


In het beeld zijn vele kenmerkende aspecten waar te nemen. Denk aan het verschil in grootte van Nemo, Dora en de haai en ook aan de natuurgetrouwe beeltenis (qua grootte en afbeelding) van alle figuren. Kenmerkend voor dit beeld is bovenal het ‘complementair kleurcontrast’. Dit contrast heeft meerdere lagen. Als (aanstaand) diepzeeduiker noem ik allereerst het contrast qua natuurlijke habitat van de getekende vissen; de kleur van de vissen die in het koraalrif leven en de kleur van de haai die in de zee zwemt. Een tweede laag is het gegeven dat deze vissen nu in een en hetzelfde beeld zitten en daarmee beiden buiten hun natuurlijke habitat vertoeven. Het complementaire kleurcontrast is hiermee extra duidelijk zichtbaar.

vrijdag 17 maart 2017

Een videopodcast van de luitspeler van Jan Steen

De opdracht van de vierde les Beeldende Vorming was een verhalend beeld uit de klassieke periode van de beeldcultuur te kiezen waarin symboliek een grot rol speelt. Wij hebben gekozen voor het zelfportret van Jan Steen als luitspeler uit.

Het classicisme is in de beeldende kunsten een beweging die, tussen ca. 1640 en 1720, een terugkeer naar de klassieke Griekse en Romeinse voorbeelden voorstond. De thema's in de classicistische schilder- en beeldhouwkunst zijn vaak ontleend aan de antieke geschiedenis en de mythologie en zijn soms moralistisch of heroïsch van aard. Symboliek speelt een grote rol.

Jan Steen is een schilder die leefde van 1625 tot 1679 en is een goed voorbeeld van deze klassieke periode. Specifiek aan Jan Steen is ook een grote mate van humor. In zijn schilderijen en zeker in zijn selfie (zoals je het tegenwoordig zou noemen) de Luitspeler neemt hij zijn tijdgenoten en de taferelen die zij schilderden flink op de hak.

In deze videopodcast laten wij Jan Steen vertellen wat je op zijn selfie ziet en waarom hij het geschilderd heeft zoals hij het geschilderd heeft. Veel plezier!


Op mijn facebookpagina https://www.facebook.com/meesterArjanHoogenveen/ plaats ik regelmatig posts met enkele zinnen en/of een foto en een verwijzing naar dit blog. Op mijn YouTubekanaal https://www.youtube.com/channel/UCS6ZHqtkK-qB47kXcOcdB7w plaats ik filmpjes, podcasts en ander visueel materiaal van mijn opdrachten alsmede andere onderwijsgerelateerde filmpjes.
Op deze manier komen al mijn producties van de lessen Beeldende Vorming de komende weken bij je langs. Zo neem ik je weer een extra stapje mee op mijn weg naar meester zijn!

vrijdag 10 maart 2017

Movie 'Crash monstervoertuigen'

De vorige les hebben we een monsterachtig voertuig gemaakt. Deze les hebben we, van ons voertuig met een ander voertuig, een stop-motion movie ‘gedraaid’ en ‘geproduceerd’ .
Een wedstrijd met een start, een finish en daar tussendoor een inhaalrace en een crash en dit alles vanuit verschillende camerastandpunten. En oh ja, ook nog een stilstaand object dat ‘langs’ komt.

Nu dan een verslag van deze les en de wedstrijd natuurlijk😊. De vorige les zijn we bezig geweest met het experimentele werkproces. Door uit te proberen, te denken buiten de kaders, door bepaalde materialen te combineren en door te improviseren zijn we tot een monsterachtig voertuig gekomen. Lees hiervoor ook mijn vorige bericht.
We zijn deze les verder gegaan met het ontwerp-werkproces en het (traditioneel) ambachtelijk werkproces. Binnen het ontwerpproces staat het probleem centraal. Het ‘probleem’ was om te komen tot een wedstrijd tussen twee voertuigen waarbij het ging om snelheid. Dit betekende allereerst het bedenken van het script van de film en daarmee het maken van het storyboard.
Hierbij hebben we gekozen voor de zee als setting van het verhaal. Dat vonden we wel passend bij het uiterlijk van onze voertuigen. Verder hebben we nagedacht over wat we in de film wilden laten zien. Zo kwamen we tot een wedstrijd met daarbij een start, een finish, een actie waarbij de voertuigen elkaar proberen in te halen en een crash. Verder hebben we een stilstaand object (een ‘boei’) langs laten komen om de film een extra snelheidseffect mee te geven. Om de wedstrijd nog spannender te maken hebben we op een aantal momenten in de film een 'pauze' ingelast.
Zo hebben we de voertuigen naar de start laten gaan en bij de start hebben we een aantal keer dezelfde opname gemaakt. Dit geeft een gevoel van 'nu gaat het gebeuren!' Verder hebben we de race vanuit verschillende camera-standpunten gefilmd.
Binnen de groep hadden we een taakverdeling afgesproken waarbij twee aan de slag gingen met het storyboard, iemand anders de camera ging uitproberen en de vierde het decor ging opbouwen. In de praktijk merkten we dat we behoefte hadden aan regelmatige afstemming binnen de gehele groep . Dit leidde vaak tot andere ideeën en betere oplossingen. Alles om een ideaal product te maken.
Het derde proces is het ambachtelijk werkproces. Bij ambachtelijke werkprocessen kan je denken aan traditionele ambachten als manden vechten en klompen maken maar ook aan het maken van een hedendaagse stop-motion movie. Eerst hebben we een aantal opnamen gemaakt waar we toch niet helemaal tevreden over waren. Ook omdat we tot nieuwe ideeën/oplossingen kwamen voor de film. Hieruit bleek dat de werkprocessen ontwerpen en ambachtelijk door elkaar kunnen lopen.
Uiteindelijk zijn we gekomen tot een mooie, spannende en snelle film!!! En oh ja, omdat we het niet eens konden we worden over wie de race zou gaan winnen, hebben we maar besloten om de finish te combineren met een crash😊.

Net als de vorige les hebben we ons aan de hand van deze beoordelingsmatrix zelf beoordeeld.
Het was gaaf om zelf een film in elkaar te zetten. Zelf te werken met de verschillende aspecten van een film. Het samenwerken, het doorlopen van alle fases, te werken met (snelheids)effecten.
Het is mooi om te zien dat je uiteindelijk zonder enige voorkennis in twee uur een film kan draaien en in elkaar zetten en kan publiceren (op YouTube)!

Dit gaan we ook eens doen met de kinderen!!!

zondag 26 februari 2017

Griezelig racemonster, mijn tweede les Beeldende Vorming

De opdracht was om in tweetallen een griezelig ‘racemonster’ te maken op basis van een voertuig van maximaal 20 centimeter. Voor de opdracht golden een aantal criteria zoals het werken met de oorspronkelijke eigenschappen van de materialen en zodanig dat de vorm van de materialen niet meer herkenbaar was. We hadden zelf klein kosteloos materiaal meegenomen. In de klas zelf was ook nog veel materiaal en waren allerlei instrumenten aanwezig.
Voor deze opdracht hebben we de procesfasen van het driefasen model doorlopen. In de receptie- of oriëntatiefase werd de opdracht verteld, de criteria genoemd en werd instructie gegeven over de te gebruiken materialen en instrumenten. In de productie- of uitvoeringsfase zijn we op basis van de opdracht, de gegeven tijd en alle instructies een racemonster gaan maken. In deze fase kregen we van de docent begeleiding, feedback en zijn we op deze manier wat bijgestuurd. In de fase van reflectie of nabeschouwing zijn we met de hele klas naar de producten gaan kijken op basis van de oorspronkelijke opdracht en de criteria. Aan de hand van een beoordelingsmatrix zijn we op een later moment ons eigen product gaan beoordelen.

In het beeldend onderwijs leren kinderen visualiseren door verschillende werkprocessen te volgen.
Wij hebben voor deze opdracht gewerkt volgens het werkproces experimenteren/improviseren.
Wij kregen als kader alleen mee om een griezelig ‘racemonster’ te maken. De gehanteerde criteria ‘dwongen’ ons om te experimenteren en te improviseren. We moesten het doen met de beschikbare materialen die qua vorm ook nog eens onherkenbaar gemaakt moesten worden. Wat betreft assemblagetechnieken mochten we de gebruikelijke technieken van lijm, plakband en nietmachine niet gebruiken.
De belangrijkste beoordelingscriteria waren dat het ‘monster’ snel moest zijn en er griezelig moest uitzien. Om dit te bereiken hebben we veel moeten ‘omdenken’. Niet denken in bestaande structuren waar we aan dachten bij snelheid en griezeligheid. We zijn heel goed gaan kijken naar vormen en de materialen. ‘Welk materiaal ziet er griezelig uit?’ en ‘Welke vorm ziet er snel uit?’ Om ‘snelheid’ en ‘griezeligheid’ uit te drukken zijn we terecht gekomen bij materialen als karton, ijzer(draad), gebruikte lucifers en plastic en bij langgerekte en driehoek vormen. Vervolgens kwamen we op basis van ‘less is more’ bij ons uiteindelijke ontwerp uit. 





Deze opdracht heeft mij stevig uit mijn comfortzone gehaald. 'Dan heb je in 49 jaar tijd toch heel veel structuren en beelden in je hoofd zitten waar je niet zomaar van los komt.' Tegelijk maakt mij dat extra trots op het resultaat van ons griezelige ‘racemonster’.


Om het resultaat nog wat te versterken hebben we van op basis van 6 door ons gemaakte foto’s dit griezelig snelle filmpje gemaakt. 'Zorg dat je speakers aanstaan!'

Aan de hand van een beoordelingsmatrix zijn we op een later moment ons eigen product gaan beoordelen. Het voertuig is een geheel geworden. Ook als je het oppakt is het een stabiel product. Het ziet er snel en griezelig uit door de gebruikte materialen en gehanteerde vormen. Zo geven metaal, karton en afgebrande lucifers een griezelig uiterlijk. Een smalle lange vorm geaccentueerd door elementen als lucifers en ijsstokjes die in de lengterichting zijn aangebracht laten snelheid zien. Het schuin geknipte plastic bevestigt dit nog eens. Qua assemblagetechnieken hebben we de techniek rijgen gebruikt om het metaaldraad door het karton te doen, het lijmpistool om de lucifers aan het voertuig te bevestigen en elastiek om het plastic aan het frame te koppelen. Het geheel is redelijk flexibel wat de indruk geeft dat het bij snelheid vervormt.



Op mijn facebookpagina https://www.facebook.com/meesterArjanHoogenveen/ plaats ik regelmatig posts met enkele zinnen en/of een foto en een verwijzing naar dit blog. Op mijn YouTubekanaal https://www.youtube.com/channel/UCS6ZHqtkK-qB47kXcOcdB7w plaats ik filmpjes van mijn opdrachten en andere onderwijsfilmpjes. Voor het gehele verslag inclusief theorie, beelden en reflectie gebruik ik dit blog. Op deze manier komen al mijn producties van de lessen Beeldende Vorming de komende weken bij je langs. Zo neem ik je weer een extra stapje mee op mijn weg naar meester zijn!

woensdag 15 februari 2017

Chez Remy, eerste les Beeldende Vorming

Gisteren , 14 februari 2017, was onze eerste les Beeldende Vorming. Om in de praktijk het verschil te merken tussen een les Beeldende Vorming en een les knutselen kregen we een opdracht om het mooiste restaurant ter wereld te bouwen.
De opdracht was een toren te bouwen met een van papier gevouwen profiel en een uitstraling van het beste restaurant ter wereld. De opdracht gaf er ook een plaatje van de IJffeltoren bij.  
De eerste pagina van de opdracht betrof ook een mooi verhaal van Remy de rat uit de film Ratatouille die iets wil bereiken en boven iedereen wil uitstijgen. ‘Help jij hem hierbij?’ zo eindigde het verhaal. Dus uitdaging genoeg!


En natuurlijk moet (de uitkomst van) een les in beeld worden gebracht, gecommuniceerd en op gereflecteerd worden en dat ook nog allemaal binnen een (theoretisch) kader. Voor de communicatie gebruik ik mijn facebookpagina https://www.facebook.com/meesterArjanHoogenveen/ waar ik enkele zinnen plus een foto heb geplaatst en een verwijzing naar dit blog. Op mijn YouTubekanaal https://www.youtube.com/channel/UCS6ZHqtkK-qB47kXcOcdB7w heb ik via Flipagram een filmpje geplaatst van alle foto’s. Voor het gehele verslag inclusief theorie, beelden en reflectie gebruik ik dit blog. Op deze manier komen al mijn producties van de lessen Beeldende Vorming de komende weken bij je langs. Zo neem ik je weer een extra stapje mee op mijn weg naar meester zijn!

Het bouwproces startte met het verhaal van Remy de rat en zijn droom en wij gingen daar vorm aan geven. met een restaurant Chez Remy De opdracht hebben we opgepakt dat we de toren trapsgewijs gingen bouwen. Dit omdat de Eiffeltoren ook van breed naar smal loopt. We zijn begonnen met een eerste kubus waar we een kleinere kubus op zouden bouwen en daar weer een kleinere kubus op enzovoort.
In het begin hebben we ingezet op stevigheid. Daarna zijn we doorgegaan met de focus op hoogte.
De samenwerking liep uiteen van samen profielen maken van stroken en een verdeling van taken bij de kubussen maken. Twee van ons waren bezig met de onderste grote kubus terwijl de derde begon met de tweede kubus die erbovenop kwam.


Gelukkig gaat het bij dit soort opdrachten niet (alleen) om het eindproduct maar om de weg ernaartoe, het proces. Het was een mooi project. We hebben heerlijk en dan ook nog eens ’s avonds laat lopen vouwen, lijmen en bouwen met zijn drieën. Taken verdeeld, positief naar elkaar, dus goed samengewerkt.

De les vonden we een goed voorbeeld van Beeldende Vorming. Dit omdat we de ruimte hadden om onze creativiteit in te zetten. We konden keuzes maken binnen een duidelijk kader. Aan het eind van de les bleek ook dat de verschillende groepen allemaal verschillende varianten van de toren hadden gemaakt. Dit is het mooie van Beeldende Vorming. Niet allemaal dezelfde producten die je dan moet vergelijken op, ja op wat eigenlijk en dat degenen met de laagste beoordeling zich, zacht gezegd, niet fijn voelen. Nu was elke toren anders en iedereen zijn verhaal op weg naar de toren ook anders.

Qua basistechnieken kunnen we nog wat verbeteren. Bijvoorbeeld hoe maak je een stevig raamwerk van profielen. Het beheersen van bepaalde technieken vind ik een basisvoorwaarde voor Beeldende Vorming. Het is ook fijn als je niet alleen enthousiast wordt van het proces maar ook van het eindproduct.

Dan de theorie van het driefasen model. Dit is een model hoe je een les Beeldende Vorming opbouwt voor de kinderen. Voor jou als leerkracht zijn er nog twee extra fasen.
Allereerst vooraf de extra leerkrachtfase dat je de opdracht bedenkt.
De eerste leerling fase is het meenemen van de kinderen in de belevingswereld oftewel de receptieve fase. Receptie betekent letterlijk het openstaan voor beelden, inspiratie. Het inspireren van de kinderen. Hieraan voldeed de opdracht door het verhaal over Remy de rat en zijn droom die ook ons inspireerde om een heel mooi restaurant te gaan maken. Voordat met de tweede leerling fase gestart kan worden moet je als leerkracht de spullen voor de kinderen klaar leggen. Vanuit het argument van de ontwikkeling van de motorische vaardigheden laat een leerkracht de kinderen soms bijvoorbeeld zelf de stroken papier knippen. Ik ben het hier niet mee eens. Motoriek ontwikkelen kan ook bij genoeg andere activiteiten op de dag. Bij beeldende vorming wil je ook toekomen aan het creatieve deel en daarmee aan de productiefase. Voordat je met deze fase start leg je de techniek uit en licht je de opdracht toe; oftewel geef je het kader van de opdracht aan. Deze productiefase beslaat het grootste deel van de les omdat hier de kinderen hun creativiteit in kwijt kunnen. Ze mogen nu zelf aan de slag!
De laatste leerling fase is de reflectieve fase. Hierbij kijken we naar de goede aspecten van alle producten.  We blikken terug op het proces en pakken de opdracht er nog eens bij.
Als leerkracht heb je dan nog de laatste leerkrachtfase, de evaluatie. Hoe vond ik de les gaan? Hoe had ik het allemaal gepland en hoe ging het in de praktijk? Wat kan ik voor een volgende keer aanpassen? Wat leer ik hier zelf van?

Dit was hiermee de eerste opdracht Beeldende Vorming. Tot volgende week!!

zaterdag 11 februari 2017

Klibansky, Nijntje en Sponge Bob en stagelopen en vader zijn en heel veel energie.


Afgelopen vrijdag in de Fundatie in Zwolle, tentoonstelling van Klibansky. Leuk, geeft energie, verfrissend. Ook mijn rol als vader gepakt; mijn dochter geholpen in haar nieuwe huisje. Je plek innemen geeft altijd energie. Deze week start mijn nieuwe lesperiode en mijn nieuwe stageperiode, nu in groep 1/2.  Spannend, heel veel zin in. Nieuwe school, nieuwe kinderen en ook nieuwe vakken waaronder beeldende vorming. Allemaal uitdagingen en ik verwacht ook veel energie.

De avond ervoor begon de energie al te stromen, tentamen ontwikkelingspsychologie. Alhoewel altijd spannend is een tentamen ook een moment om te laten zien wat je kan en wat je weet en dat geeft een goed gevoel. Psychologie en pedagogiek zijn ook de vakken waar ik de PABO voor doe.
Dit is interessant, hier kan ik wat mee in de klas. Ook een mooi vak om je eigen ik als meester verder te ontwikkelen. Het systemische komt dan bij mij gelijk naar boven. Ieder zijn plek en rol en daarbij ben ik allereerst de leerkracht. LEER en KRACHT zijn dan voor mij de twee essentiële onderdelen. De kinderen en de ouders mogen van mij verwachten dat ik de kinderen veel ga leren, dat ik ze ga leren leren en dat ik ze ga leren om elkaar te leren leren. KRACHT mag ook van mij verwacht worden. Authenticiteit, er staan, lef hebben, oftewel KRACHT.
De volgende dag een mooie dag in Zwolle. Dochterlief zou een nieuwe wasmachine krijgen.
Omdat zij de hele dag stageloopt ben ik in haar huisje als de wasmachine wordt geleverd. Even mijn vaderrol pakken. Je plek innemen, je rol pakken, dat is en geeft altijd een bron van energie.
Als vader kan je niet meer authentiek zijn dan op het moment dat je er staat als ouder van je kind. Dat jij die rol pakt en kan pakken en dat je kind je die rol ook laat pakken. Ik ken de ouders die deze rol dolgraag zouden willen pakken, maar de kans hiervoor niet krijgen. Wat de reden hiervoor ook mag zijn. Ik ben en voel me dan ook gezegend.
Omdat ik toch in Zwolle ben, heb ik een bezoekje aan de Fundatie gebracht. Het was mijn eerste keer in de Fundatie. Veel over gehoord en gelezen. De tentoonstelling van Klibansky was erg gaaf. Een jonge voor mij nieuwe kunstenaar. Schilderijen en beelden in nieuwe vormen. Hij combineert klassieke en nieuwe technieken zoals fluorescerende verf. Hij gebruikt beelden uit zijn jeugd als Nijntje en Pinokkio en koppelt dit aan, ja waar eigenlijk aan:) Grote schilderijen met quotes, Sponge Bob en andere tekeningen en allemaal dwars door elkaar. Grote blauwe Nijntje horizontaal balancerend op een ook blauwe stoel.

Goudkleurige Pinokkio. Wit ivoorkleurachtig vrijheidsbeeld met een baby in haar armen als ware het heilige Maria en kindeke Jezus.

En als je dan zoals ik vanaf volgende week Beeldende Vorming krijgt als vak en tegelijk gaat stagelopen bij kleuters ja dan heb ik de eerste inspiratie al binnen. En ik hoorde dat je van al je producten en ervaringen een blog bij moet houden; tja dat is voor mij een extra inspiratie.

En energie doet energie stromen en geeft nieuwe ideeën. Ideeën voor filmpjes, ideeën voor blogs. Je hoort en ziet snel meer van mij. Houd mijn facebookpagina , mijn blog en mijn YouTubekanaal in de gaten!!!!!! De kracht van Meester Arjan Hoogenveen.

Onze vijver, reigers, padden en eenden en YouTube

Tijdens mijn eerste les op de PABO kregen we de tip om een stukje natuur wekelijks te fotograferen. En dan na een tijd te kunnen zien hoe natuur verandert door de (jaarge)tijden heen. Dit heb ik gedaan met onze vijver. Bij de koop van ons huidige huis was ook een vijver inbegrepen. Eerst wilden we de vijver er gelijk uit (laten) halen. Alleen maar lastig en je kan er invallen. Gelukkig hebben we de vijver toch laten zitten. Een vijver is een en al leven. Je ziet de natuur en al zijn jaargetijden erin terug. Je ziet de waterlelies opkomen in het voorjaar en als we geluk hebben hele mooie bloemen krijgen. In de herfst en de winter zie je net als bij alle andere planten de bladeren naar beneden hangen of helemaal afvallen. De waterlelies verdwijnen dan compleet onder water.


En dan heb je nog de reigers, de padden, de eenden, onze goudvissen en Pluk, onze poes. De eenden die in de zomer onze vijver aandoen om op elkaar rug te klimmen en elkaar de wereld uit te vechten omdat twee mannetjeseenden, woerden zegt Wikipedia, dezelfde vrouwtjes eend willen. En in de zomer komt ook soms de reiger, recht staand naast de vijver en opeens plop en daar heeft ie een pad of goudvisje te pakken. En Pluk die de vijver gebruikt om water te drinken.


Als je goed kijkt zie je ze allemaal langskomen. Wat is natuur toch mooi! Kijk voor onze vijver en alle flora en fauna het volgende filmpje.



Blijf dit blog en mijn facebookpagina https://www.facebook.com/meesterArjanHoogenveen/ en




zaterdag 4 februari 2017

Afscheid van een basisschool

Afgelopen week heb ik afscheid genomen van mijn eerste stageschool.
Ja, ik heb hier ervaring mee als ouder van een kind;
Ja, ik heb hier zelf vooraf over nagedacht;
Ja, ik heb een relatie met de kinderen en de school opgebouwd en kan dus iets verwachten;
Ja, ik heb hier met medestudenten over gesproken en weet inderdaad dat ik iets kan verwachten;
En toch, toch was het allemaal veel meer dan ik verwacht had en allemaal erg bijzonder.

Hoe had ik mijn afscheid voorbereid?
Ik wilde iets persoonlijks aan de kinderen geven. Iets positiefs, iets stimulerends. Ik was al eerder, bij mijn afscheid bij mijn werkgever, geslaagd bij www.eenbeetjegeluk.nl (beetje reclame J). Ik had nu gekozen om voor alle kinderen een gelukspoppetje te kopen met een kaartje erbij waar ik iets persoonlijks op kon schrijven. Als tekst koos ik voor ‘Je bent een topper!’ en de groetjes van meester Arjan.
Ik had verder mijn stage-opdracht, een Rekenles met Moderne Media, bewaard voor mijn laatste stagedag. Werken met Moderne Media vinden kinderen van 10/11 jaar geweldig en zou dus een mooie afsluiting zijn van mijn stageperiode.

Hoe ging mijn afscheid?
‘s Ochtends kwamen een groot aantal ouders naar me toe om me te bedanken. En ja, de baardagaam, mijn les met het levende dier waar ik eerder over heb geschreven, konden de ouders nog allemaal herinneren J. Ouders kwamen me bedanken, zeiden dat ze me gingen missen, wensten me geluk. Ja, de eerste emoties kwamen al binnen!
Toen gingen de ouders weg en begon mijn mentor met de opening van de dag en vertelde dat ze als klas afscheid van mij, meester Arjan, gingen nemen. En dat ze hiervoor iets hadden voorbereid. En hij vertelde dat ik ook voor de kinderen iets had voorbereid. De volgende emoties kwamen!
Eind van de middag mocht ik plaatsnemen vooraan de klas. Willem, één van de kinderen, kwam naar voren en gaf me twee cadeaus. Een zelfgemaakte X met daarop allemaal mooie wensen van de kinderen en mijn mentor en zijn duo-partner. Ik weet nog steeds niet waar de X voor staat. Waarschijnlijk in al mijn emoties niet helemaal binnengekomen. Vervolgens gaf Willem mij ook nog een verpakt cadeau. Kinderen doe je geen groter plezier dan direct het cadeau open te maken. Een boek van meester Kees. Ik heb het aan alle kinderen laten zien. Erg leuk! Ook een mooi boek om mijn kinderboekenlijst verder aan te vullen en te lezen. Dit is voor mij nu nog redelijk onontgonnen terrein.
Ik heb de kinderen vervolgens verteld over dat zij mijn eerste kinderen waren aan wie ik les heb gegeven en hoe speciaal dat is! Een kleine brok kwam in mijn keel langs. En ik heb alle kinderen persoonlijk het gelukspoppetje gegeven. Ik hoorde ze onderling fluisteren over dat ze een topper zijn. Mooi dat ze hiermee bezig gaan!
Aan het eind van de dag nemen we als leerkrachten altijd afscheid van de kinderen door ze een hand te geven. Bijna alle kinderen hadden deze keer bij het handen geven mij nog iets te zeggen. Een dankjewel, een succes bij mijn volgende stage of een persoonlijke herinnering.
En dan zijn de laatste kinderen weg en wil ik nog even een nazit met mijn mentor hebben en dan komt een moeder van de oudercommissie nog het lokaal binnen met een fles wijn om me namens alle ouders te bedanken! Het moet niet gekker worden, zelfs de ouders gaan me missen!
En hierna komen ook nog de directeur en enkele collega-leerkrachten om tot ziens te zeggen!
En dan tijdens de nazit vertelt mijn mentor hoe de voorbereiding van mijn afscheid de dag ervoor met de kinderen ging. De kinderen hadden verteld wat ze van mij herinnerden. Ze konden allemaal wel een speciale les of een ander moment benoemen. En een paar kinderen hadden aangegeven dat ik heel veel tijd en energie in de lessen moet hebben gestopt. Eén kind had dat opgemerkt omdat hij mijn stagemap had gezien die ik eigenlijk nooit bij me heb! De week ervoor was echter mijn stagebegeleidster van de PABO langs geweest en voor haar had ik mijn stagemap meegenomen en achter in de klas open klaargelegd. En natuurlijk heb je dan kinderen die daar even in gaan kijken J.
Dank je wel lieve kinderen van mijn eerste stageschool en natuurlijk ook mijn lieve mentor en collega-leerkrachten! Op naar de volgende stageschool!!!!!!!!!!

Mijn YouTube kanaal en rekenen met dennenappels


Mijn laatste opdracht voor deze stageperiode is een hele rijke rekenles maken met Moderne Media en dan specifiek het onderwijssoftwarepakket ProWise.  
In het basisonderwijs heb je de methodelessen. Dit zijn lessen die staan in een methode die je koopt bij een onderwijsuitgeverij. Dit zijn lessen waarbij alles uit de kast wordt getrokken: Plaatjes, filmpjes met beroemde acteurs, actualiteit en allemaal tips voor jou als leerkracht om dat thema, dat onderwerp op een zo pedagogisch en didactisch verantwoord mogelijke manier te onderwijzen.
Een rijke (methode)les is in vakjargon een methodeles waar je je eigen persoonlijke kleur aan geeft. Een specifieke vorm van samenwerken voor de kinderen, de allerlaatste actualiteit die je toevoegt of de meester verkleed als Romeinse keizer.
Een hele rijke les is, je raadt het al, een les die je helemaal zelf verzint. En dan nu ook nog dus verplicht alleen met gebruik van het softwareprogramma ProWise.

Als eigenwijze aankomende leerkracht matcht dit niet. Helemaal zelf verzinnen maar wel binnen het kader van een softwarepakket. Hoe ga ik hiermee om? Overigens blijkt, nu ook uit mijn ervaring, dat leerkrachten ook in het echt vreselijk eigenwijs zijn en blijven. Maar dit geheel terzijde.

Mijn volgende uitdaging is hoe zo’n rijke rekenles in ProWise te maken. Deze creativiteit werd in mijn loopbaan tot nu toe niet gevraagd. En alhoewel ik absoluut geen digibeet ben merk ik wel dat ik met mijn 49 jaar qua ICT niet meer helemaal gelijkloop met de generatie die nu begin 20 is, zoals veel van mijn klasgenoten. In ieder geval merk ik dat ik qua snelheid van nieuwe ontwikkelingen oppakken iets harder moet lopen om deze bij te blijven houden.
Tegelijk is dit wat ik wil als leerkracht: Lessen geven waar ik achter sta, waar ik het maximale van de kinderen vraag, die leuk en aantrekkelijk zijn voor die kinderen en daar hoort bij de huidige 10/11-jarigen natuurlijk ICT bij.
Een weekendje weg in het Sallands heuvellandschap, bij de Holtense berg van 55 meter doet dan wonderen. Gezonde buitenlucht van -3 als maximumtemperatuur, de wandeling met de gele pijlen waar we door de gladheid allebei een keer op onze snufferd (ja, het is een basisschoolblog) zijn gegaan en horecaprijzen waar we het in de Randstad nog geen eens voor in de supermarkt kunnen kopen.

In die setting dus ben ik aan de slag gegaan met dennenappels verzamelen en hier met mijn telefoon een filmpje mee maken. Het wordt een rekenles over breuken en procenten. “Ik heb hier 10 dennenappels en dat is 100%. Nu haal ik 1 2 3 4 5 dennenappels weg en heb ik nog 5 dennenappels. In een breuk is dit 5 gedeeld door 10 oftewel 50%”.

Het filmpje moet nu geïmporteerd worden in ProWise maar ProWise kan veel maar duidelijk niet alles. Filmpjes zijn alleen te importeren vanuit YouTube dus even een YouTube kanaal aangemaakt. Zoek op mij en je vindt dit geweldige filmpje met dennenappels!

10/11-jarigen hebben een grote Competitiedrang. Een quiz met scores in Kahoot werkt natuurlijk altijd. Dus een vraag over kopen met korting van die nieuwe sneakers (aansluiten bij de belevingswereld van 10/11-jarigen!!) en nog een aantal andere vragen. En jawel, je kan in ProWise een afbeelding plaatsen met een hyperlink naar een website, kahoot.it, dus.


De indeling van groepjes is ook altijd een dingetje voor 10/11-jarigen. Trouwens ook voor volwassenen maar daar heb ik het nu niet over. Voor de groepjes heb ik QR-codes zo geprogrammeerd dat de indeling passend is bij de oefening en de samenwerkingsvaardigheden van mijn klas. En jawel QR-codes kan je opslaan als plaatje en daarmee weer te importeren in ProWise.
In ProWise zelf nog wat taartvormen en sommetjes over breuken en procenten.
En een les is natuurlijk pas een les als er sprake is dat de kinderen ook zelf iets kunnen doen en dan niet alleen zelf de sommen maken.
Ik geef ze daarom per groepje een QR-code die een som aangeeft. Deze som moeten ze gaan uitbeelden en een filmpje van maken. 
Ik vond het heel erg spannend om te bedenken, toch wel voor de nodige stress gezorgd. Maar nu heb ik wel de vaardigheid om snel een filmpje te maken en heb ik ook mijn eigen YouTube kanaal! Ik kan nu bovendien snel een quiz in elkaar zetten en ik kan QR-codes maken. Ik ben best wel tevreden!
Dinsdag mag ik de les geven in mijn stageklas en volgende week donderdag in mijn PABO-klas. Ik ben erg benieuwd wat de kinderen en mijn mentor ervan zullen vinden en wat mijn medestudenten en mijn docent ervan zullen vinden!!


Ik houd jullie op de hoogte en houd behalve deze Facebookpagina ook nu mijn YouTubekanaal bij!

De baardagaam

Een levend dier in de klas is een stage-opdracht. Ik heb gekozen voor de baardagaam, een hagedissoort. Helemaal veilig want geen haren en dus geen last van allergieën. Helemaal didactisch verantwoord want en een dier dat de kinderen niet kennen en een dier dat beweegt dus uitdagend voor die kinderen.

Helemaal ook naar Honselersdijk 7 uur 's ochtends vroeg en in de file 2 uur terug om op te halen en dezelfde reis twee dagen later om de baardagaam terug te brengen.
Maar je krijgt er ook iets voor terug!!!!!! Pluk onze poes en dus de baardagaam die twee dagen lang aan territoriumdrift doen. Beiden tegen het glas van het terrarium klimmen. Beiden de borst of voor de agaam dan de baard vooruit om indruk te maken! Mooi om te zien!


Het belangrijkste waren natuurlijk de kinderen van mijn stagegroep!! Gaaf om te merken wat een levend dier doet met kinderen van 10/11 jaar, zowel de lieve verlegen meisjes als de stoere jongens. Ik leer om de kinderen zo uitdagend mogelijke activiteiten aan te bieden. Leren doe je maximaal als je iets leuk vindt. Orde is dan geen issue toch?
Nou, het kan ook te uitdagend! Geweldig om te zien hoe mooi de kinderen het vonden. Ik had vooraf met de kinderen gesproken over dierenwelzijn en afspraken gemaakt hoe om te gaan met het dier en ook met je eigen enthousiasme. Natuurlijk had ik nog niet gezegd welk dier, het moest spannend blijven!
De kinderen vonden het zo leuk. Ze wisten ook al zo veel. De een was geboren in Australië waar ook de baardagaam leeft, de ander had pas een verjaardagsfeest gehad met als activiteit ook levende dieren en ook een hagedissoort. De volgende was weer geïnteresseerd in reptielen. Wel orde-issues omdat de kinderen in hun enthousiasme bijna letterlijk over elkaar heen en over de baardagaam vielen. Dit hielp mij weer om te oefenen met mijn hele zijn om de activiteit toch zo goed mogelijk te laten verlopen. Mijn plek in de groep, mijn stemgeluid, het belonen van de kinderen en toch ook het straffen of beter gezegd het niet belonen van de kinderen.
Aan het eind van de les heb ik de kinderen een compliment gegeven. Niet voor hun gedrag naar en op elkaar, want dat kon beter. Wel voor hun gedrag naar de baardagaam. Het respect voor het levend dier was en bleef goed. En zoals mijn mentor tegen mij zei: " Ook deze activiteit heb je weer in je instrumentenkoffer". Ja, zo is het ook!
Mooie feedback van de kinderen aan het eind van de les: "Gaaf om een keer met een levend wezen te werken en niet een plaatje of een filmpje" en "Het was echt een dier dat voor ons bijzonder is, en niet een kip of konijn die we ook thuis hebben". Tsja, dat zal ook wel weer te maken hebben met de achtergrond van de kinderen.
Ik spreek je later weer!